Oorlog in Oekraïne maakt kinderen bang

Meer dan de helft van de 10- tot 18-jarigen in Nederland denkt vaak aan de oorlog in Oekraïne. 69 procent voelt zich daarover angstig of verdrietig. Ruim een derde heeft de hoop dat de oorlog in Oekraïne goed afloopt. Dat blijkt uit een peiling van UNICEF Nederland onder 1.003 kinderen en jongeren.

44 procent van de kinderen en jongeren is bang dat er ook in Nederland oorlog komt. Basisschoolleerlingen denken dat vaker dan middelbare scholieren. Middelbare scholieren voelen zich daarover vaker machteloos.

Een derde van de kinderen komt in actie voor Oekraïners, vooral basisschoolleerlingen. Kinderen zamelen bijvoorbeeld lege flessen in voor statiegeld en houden een sponsorloop op school.

Praten over de oorlog

82 procent van de kinderen en jongeren praat met hun ouders over de oorlog en ongeveer de helft doet dat met leeftijdgenoten. 82 procent van de leerlingen vertelt dat er op school over gepraat wordt. Dat gebeurt op de basisschool vaker dan in het voortgezet onderwijs.

UNICEF vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren thuis en op school kunnen praten over hun zorgen. Dat kan helpen hun angsten en zorgen te verminderen.

Angsten serieus nemen

De angsten en zorgen van volwassenen slaan over op kinderen, zegt Josette Hoex van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Neem die angsten serieus. Praat erover. Leg uit wat er aan de hand is. Benadruk bij kleine kinderen dat de oorlog ver weg is en niet hier in Nederland. Bij scholieren kun je angsten en zorgen serieus nemen door dieper op het conflict in te gaan. Pak de atlas erbij, bespreek de geschiedenis van Europa, reken uit hoe ver weg Oekraïne is. In allerlei schoolvakken kun je aandacht besteden aan het conflict. Voor wat oudere kinderen is het ook effectief als ze zelf iets ondernemen, zoals een inzamelingsactie, of maatje zijn van een nieuwe medeleerling.'

Vertrouwen in veerkracht

Heb ook vertrouwen in de veerkracht van kinderen en jongeren, vervolgt Hoex. 'Twee jaar geleden overviel de coronapandemie ons allemaal. Kinderen en jongeren waren ook daardoor bang en ongelukkig. Nu zie je dat ze voor een belangrijk deel weer zijn teruggeveerd.'

Bron: UNICEF Nederland

Bericht UNICEF NederlandUNICEF-tips voor praten over de oorlog